In de jaren '80 realiseerde men zich bij de NAVO dat, inoorlogstijd, de vijand makkelijk kon zien welke NAVO-landen tegenover hem stonden door simpelweg naar de camouflagepatronen op hun voertuigen te kijken—dit omdat bijna elk NAVO-land een ander soort camouflagepatronen en -kleuren gebruikte.
Dus werd in het midden van de jaren '80 een NAVO-standaardschema ontworpen en aangenomen (met variaties) door landen zoals Duitsland, Frankrijk, Nederland en de Verenigde Staten. In de VS is deze camouflage ook bekend onder de naam CARC
, als afkorting van Chemical Agent Resistant Coating, naar de ervoor gebruikte verfsoort.
De camouflagepatronen voor de verschillende voertuigen zijn gestandariseerd, en omdat de voertuigen meestal in de fabriek al gecamoufleerd worden, zijn de beschilderingen veel regelmatiger dan bij het oude Amerikaanse MERDC-systeem. De randen zijn nominaal zacht (gespoten), maar de overloopgebieden zijn erg klein, waardoor het patroon er van een afstandje meestal uitziet alsof het harde randen heeft.
Er worden maar drie kleuren gebruikt in deze camouflageschema's: groen, roodbruin en zwart. Deze, en hun bijbehorende Amerikaanse Federal Standard 595a-nummers, staan in de volgende tabel. Deze geeft ook aanwijzingen voor modelbouwverven die min of meer met de FS-595a-kleuren overeenkomen.
De kleuren die aangegeven worden zijn níet noodzakelijk ook correct voor andere NAVO-landen die deze, of vergelijkbare, camouflagepatronen gebruiken. Bijvoorbeeld, in het Amerikaanse leger wordt green 383
gebruikt, maar dit is beduidend donkerder dan het Duitse Bronzgrün (bronsgroen).
Alle kleuren zijn mat, zoals aangegeven door het eerste cijfer in de FS595a-code (1 = hoogglans, 2 = halfglans, 3 = mat).
Kleur1 | FS-595a Nummer | Gunze Sangyo | Humbrol | Tamiya | Testors (Model Master) |
---|---|---|---|---|---|
Black | 37030 of 37037 | H12/343 | 33 | XF-69 (of XF-1) | 1749 |
Brown 383 | 30051 | ? | ? | XF-68 (of XF-64) | ? |
Green 383 | 34094 | H309 | 116 | XF-67 (of XF-61) | 1710 |
1 Misschien overbodig te vermelden, maar deze voorbeelden zijn benaderingen. Kies of meng verf gebaseerd op de FS595a- of modelbouwverf-nummers die in de tabel genoemd worden, en niet op de kleuren die je op het scherm ziet.
Er bestaan kleine variaties op deze schema's, meestal in de gebruikte kleuren—omdat de camouflage al in de fabriek op nieuwe voertuigen aangebracht wordt, volgen ze meestal nauwkeurig de officiële patronen. 's Winters echter, wanneer er sneeuw ligt, wordt het zwart soms met wit overgeschilderd. Dit gebeurt meestal maar grof, waardoor er zwart te zien blijft, en/of men ook stukjes van de andere kleuren meeschildert met wit.
Een tweede variatie is op voertuigen die in het National Training Center in Fort Irwin in Californië gebruikt worden. Hierbij is vaak het groen overgespoten met een middelbruine zandkleur, waarbij ook vaak net wat meer dan alleen de groene vlekken geschilderd worden, maar waarbij meestal geen groen zichtbaar blijft.
Voor het beschilderen van modellen van Amerikaanse voertuigen heb je eigenlijk maar één referentie nodig: Department of the Army Technical Bulletin TB 43-0209: Color, Marking, and Camouflage Painting Of Military Vehicles, Construction Equipment and Materials Handling Equipment, waarvan de editie van 31 oktober 1990 gedownload kan worden van de Electronic Technical Manuals site van het Amerikaanse leger (zie de linkspagina).
Dit document heeft volledige schilderinstructies voor de echte voertuigen, inclusief vijf-aanzichtentekeningen die de precieze, officiëe patronen laten zien voor letterlijk een paar honderd voertuigen en andere uitrusting, van tanks tot shovels en alles daartussenin (de nieuwste voertuigen staan er echter niet in). Hoewel de meeste schilderinstructies niet relevant zijn voor de modelbouwer, zijn dingen als de regels waar de patronen aan moeten voldoen, de plaatsing van markeringen, en dergelijke toch erg handig.